Privacyverklaring

‘Risicomanagement moeten we beter modelleren’

22 november 2023
Tekst
Lieven Desmet
Beeld
Sophie Hoozée

Bedrijfsrisico’s met externe oorzaken zullen de komende jaren steeds meer voorkomen. Dat is geen leuk vooruitzicht voor wie volop werkt aan de bedrijfsbudgetten. Hoe die onbekende factoren incalculeren? “Ik raad bedrijven aan meer gebruik te maken van statistische inzichten”, zegt Sophie Hoozée, associate professor of management accounting and control aan de UGent.

Een cyberaanval is wereldwijd het grootste risico voor het bedrijfsleven. Dat is althans een van de conclusies in het onderzoek van Aon, uitgevoerd in november 2021. Dienstverlener Aon brengt tweejaarlijks de bedrijfsrisico’s in kaart. Het risico op een gezondheidscrisis krijgt in het laatste onderzoek voor het eerst een plaats in de top tien. Al is het op een bescheiden zevende plaats. Op plaats twee staat het risico op onderbreking van de bedrijfsvervoering, terwijl economische onzekerheid de top drie afsluit. Andere risico’s zijn veranderingen in de wetgeving, schaarste aan grondstoffen en de gevolgen van de klimaatverandering.

Zwarte zwanen

Wetenschapper Nassim Nicholas Taleb omschrijft zeldzame onverwachte gebeurtenissen met zware impact als ‘zwarte zwanen’. We zijn nu 2023 en hebben een paar van die zwarte zwanen – zoals een energiecrisis en een inflatie-opstoot – achter de rug. Tegelijk woedt er een geopolitieke brandhaard in zowel het Midden-Oosten als in onze achtertuin. Het is geen sinecure om als cfo of ceo in die omstandigheden je onderneming budgettair en organisatorisch in de steigers te zetten voor 2024.

Managementcontrolesystemen

“Ik heb het niet zo voor toekomstvoorspellingen”, zegt Sophie Hoozée. “De persoon die alles exact wist te voorspellen, was er wellicht ook zeer rijk mee geworden.” Sophie Hoozée is associate professor of management accounting and control aan de UGent. Ze doceert cost accounting, management accounting en management control. Daarnaast is ze actief als visiting professor aan de Antwerp Management School. Eerder was ze actief aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de HEC in Parijs. Haar onderzoek en projecten richten zich vooral op het ontwikkelen van robuuste managementcontrolesystemen. Het gaat over het vertalen van de strategie van organisaties naar operationele en maatschappelijk verantwoorde resultaten.

Zijn er academische methodes om ondernemingen te helpen bij hun prognoses?

Sophie Hoozée: “Het is niet zo dat er veel evolutie in de methodiek zelf zit. De technieken om te forecasten, prognoses te maken of kostprijzen te berekenen, evolueren op zich niet meer heel erg. Wel denk ik dat bedrijven algemeen gezien meer gebruik kunnen maken van statistische inzichten. Organisaties beschikken steeds meer over uitgebreide data. Daar kunnen ze zelf gebruik van maken. Als financiële medewerkers niet bang zijn van statistiek en het modelleren van data, is er veel te halen uit die gegevens. Ik was recent erg onder de indruk van een Nederlands bedrijf uit de retail. Aan de hand van jarenlang verzamelde data kon het gedetailleerd de impact van bepaalde kortingacties modelleren. Het hield daarbij rekening met het tijdstip waarop mensen hun loon ontvangen, tot gedragingen op het niveau van postcodes. Dat was een sterk staaltje van forecasting op microniveau.”

We worden bedolven onder rapporten van organisaties als het Federaal Planbureau, de Nationale Bank, beroepsfederaties en consultancybureaus. Hoe relevant en bruikbaar zijn die?

Sophie Hoozée: “Mijn ervaring met de betrouwbaarheid van economische data is over het algemeen goed. Economische data zoals die van Eurostat zijn echt wel te vertrouwen. Met data die gebaseerd zijn op enquêtes of bevragingen ben ik iets voorzichtiger. Voorspellingen zijn altijd moeilijk. Ik kijk altijd naar de instantie en de reputatie van die instantie.

Wat ik elk jaar grondig lees en iedereen kan aanraden, is het Financial Stability Report van de Nationale Bank. Dat komt elk jaar in het voorjaar uit. Als je wil weten hoe het gesteld is met de economie, heb je daar een goede vinger aan de pols.”

Als we spreken over forecasten, dan hebben we het in feite over het beheren en managen van externe risico’s?

Sophie Hoozée: “Ja, en specifieker over hoe je die risico’s modelleert. Als je bijvoorbeeld de netto contante waarde van investeringen wil berekenen, zou je in de verdisconteringsfactor (het terugrekenen van toekomstige uitgaven en ontvangsten naar het basisjaar, red.) bepaalde risico’s kunnen meenemen. Neem het voorbeeld van klimaatrisico’s. We zijn er nog helemaal niet uit hoe we die gaan kwantificeren, maar je zou kunnen proberen om ze in te calculeren.

In de praktijk hebben we vaak de neiging om met puntschattingen te werken. We maken allerlei assumpties en dan komt er op het eind één getal uit. Dat is toch vreemd? We maken zoveel verscheidene veronderstellingen. Ik zou het academisch gezien logischer vinden om te werken met een betrouwbaarheidsinterval. (In tegenstelling tot een puntschatting geeft dat een heel interval aan mogelijke uitkomsten, red.). In de praktijk kiezen bedrijven vaker voor een tussenoplossing als een scenarioanalyse. Daarbij maak je veronderstellingen, van optimistisch, over pessimistisch tot realistisch.”

Een onderzoek van de universiteit van Groningen toonde aan dat risicomanagement onvoldoende ontwikkeld was, zelfs bij beursgenoteerde ondernemingen. Wat is uw visie daarover?

Sophie Hoozée: “Ik ben onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurslid en voorzitter van het auditcomité bij Europabank. Als ik spreek met collega’s uit de banksector, dan blijkt dat er heel veel risico’s zijn bijgekomen. Het is geen evidentie om die allemaal te capteren. Het is goed om te zeggen dat we rekening moeten houden met bijvoorbeeld klimaatrisico’s, maar je moet daarvoor wel de competenties in huis hebben. Dat is nog steeds een grote drempel. Neem bijvoorbeeld de ESG-rapportering. Nu wordt het een verplichting voor organisaties om te rapporteren over de negatieve gevolgen van hun activiteiten voor een duurzame economie en samenleving. Bepaalde bedrijven waren daar al vrijwillig mee aan de slag. Zij hebben een streepje voor, omdat ze er ook een strategisch voordeel uit halen. Wie nog moet bijbenen, ziet dit wellicht eerder als een compliancerisico.”

Wat zegt u tegen bedrijfsmensen die zich bij het budgetteren laten leiden door hun buikgevoel?

Sophie Hoozée: “De waarheid ligt ergens in het midden. Ik ben er voorstander van om data te gebruiken. Als de resultaten daarvan niet kloppen met je buikgevoel, dan zit je buikgevoel wellicht goed. Dat zie je ook in kostprijscalculaties. Als bijvoorbeeld de capaciteitsrapporten rare resultaten opleveren, dan ligt het wellicht aan de assumpties. Buikgevoel is te beperkt, maar als validatie is het een uitstekend instrument om modellen te finetunen.” (lacht)